Aversio, de rups, zit heerlijk in het zonnetje en geniet van de frisse knapperige blaadjes van de buxus. Eigenlijk heeft hij al meer dan genoeg op, maar het is zo lekker dat hij niet kan stoppen. Ineens hoort hij een hoop lawaai. Verstoord kijkt hij op om te zien waar de herrie vandaan komt. Uit de strook gras naast de buxus klinkt een diep onheilspellend gerommel. Er zal toch geen aardbeving komen? Zijn hartslag klopt in zijn keel en hij klampt zich met al zijn pootjes vast aan de door hem kaalgevreten takken van de haag. Met grote ogen speurt hij het gras af en ziet dat er grote kluiten aarde naar omhoog gegooid worden. Vanaf zijn veilige plekje boven op de buxushaag roept hij geïrriteerd:
‘Hallo! Kan het wat minder? Ik zit hier rustig te eten en dan maak jij een teringherrie! Bovendien verziek je het hele gazon.’
Relaties en de dramadriehoek
In elke relatie word je weleens gekwetst. Dat komt in alle relaties voor, die met je ouders, collega’s, klasgenoten of partner. Alleen als je als kluizenaar leeft, word je niet gekwetst door anderen. Ook jij zult (onbedoeld) mensen kwetsen. Het hoort bij het leven en is niet te voorkomen. Uiteraard wil je niet gekwetst worden. Daarom ontwikkel je allerlei beschermingsmechanismen om jezelf ertegen te beschermen. Dit gebeurt altijd onbewust.Om dit inzichtelijk te maken heb ik een fabel geschreven waarbij de personages uit mijn boek Een huis vol emoties een rol spelen.
De rups schrikt van de herrie en kruipt direct in de rol van aanklager. De aanklager is iemand die direct met zijn vinger naar de ander wijst. Door de schuld direct bij de ander te leggen, pleit hij zichzelf vrij. Aversio heeft van nature een voorkeur voor deze rol en zal onbewust altijd vanuit deze positie reageren.
Een manier om jezelf te beschermen is om de rol van aanklager, slachtoffer of redder aan te nemen. Vaak heb je een voorkeur voor één van deze rollen, maar in eenzelfde situatie kun je in een seconde van rol wisselen. Het resultaat hiervan is een vicieuze cirkel waarbij je niet tot een oplossing komt. Door je bewust te worden van je eigen rollen en te zien welke rollen de anderen spelen, kun je uit dit drama stappen en de vicieuze cirkel doorbreken.
‘Het rode neusje van Culpa, de mol, komt boven de aarde uit en met haar kraaloogjes tuurt ze naar de plek waar Aversio zit. Ze begint zich direct te verontschuldigen.
‘Sorry, ik ben op zoek naar een lekker hapje en zag net een vette regenworm naar boven kruipen. Het spijt me dat ik je gestoord heb.’
Culpa’s rode neusje wordt nog roder dan het al was en er wellen tranen op in haar ogen.
Culpa, het molletje, is het eeuwige slachtoffer. Ze voelt zich minderwaardig en gaat ervan uit dat alles wat haar overkomt haar schuld is. Ze hoopt hiermee bevestiging van de ander te krijgen dat het allemaal wel meevalt. Ze heeft de ander nodig om zich gezien en gewaardeerd te worden.
‘Je kunt me toch ruiken en horen?’ moppert de rups verder. ‘Werkelijk! Waar zijn je manieren gebleven?
Helaas voor Culpa is Aversio niet van plan om zijn rol van aanklager te wisselen voor die van redder. Integendeel, hij strooit met genoegen nog wat extra zout in de wond. Hij doet zich superieur voor om zijn eigen kwetsbaarheid niet te voelen.
De mol kruipt zachtjes achteruit, ze is de vette regenworm vergeten en wil het liefst zo snel mogelijk terug naar haar veilige hol onder de grond.
Ook Culpa blijft haar rol van slachtoffer trouw. Ze kiest voor de veilige weg, terug naar haar hol.
Een zachte windvlaag trekt beider aandacht.
‘Jongens, jongens. Toe! Geen ruzie maken, wees toch eens lief voor elkaar.’
Moyo land tussen de twee dieren in. Opgewonden fladdert de vlinder met haar vleugels.
‘Wat is er nu weer aan de hand? Kan ik jullie dan geen moment alleen laten?’
Vorsend kijkt ze Aversio aan. De rups probeert zich te verschuilen tussen de aangevreten blaadjes van de buxushaag.
‘Heb je weer te veel gegeten? Straks barst je nog uit elkaar.’
‘Het is nog lang geen tijd om in je cocon te kruipen.’
Op het moment dat de vlinder zich in de discussie mengt, verandert er van alles in de dynamiek van het gesprek. Moyo gedraagt zich als aanklager waardoor Aversio direct de positie van slachtoffer inneemt.
Zachtjes begint Moyo met haar dunne pootjes de bolle buik van de rups te masseren.
‘Wees toch niet altijd zo gulzig, nu kan ik er weer voor zorgen dat je buik niet knapt.’
Aversio zegt niets, wetende dat het toch geen zin heeft. Liever zou hij zich terugtrekken in een stil hoekje in de tuin en tijdens een middagdutje rustig uitbuiken. Uit ervaring weet hij echter dat Moyo niet naar hem luistert. Ze bedoelt het goed, maar het geprik in zijn buik maakt hem alleen maar misselijk.Ook Culpa zit niet echt op de bemoeienis van de vlinder te wachten. Ze wil de vette regenworm mee naar haar veilige holletje nemen en hem op haar gemak oppeuzelen. Moyo weet echter van geen wijken.
‘Kom er nu maar gezellig bij en maak het weer goed met Aversio.’
Culpa wisselt een blik van verstandhouding uit met de rups. Wat begon als een kleine, onderlinge irritatie begint door de inmenging van Moyo een heuse ruzie te worden.
Hier is Moyo zowel aanklager als redder. Ze verwijt Aversio te veel gegeten te hebben, maar voelt zich ook geroepen hem te redden door zijn buik te masseren. Dat Aversio hier helemaal niet op zit te wachten ontgaat haar volkomen. Aversio, op zijn beurt, durft niet tegen haar in te gaan. Ook Culpa ‘moet’ gered worden De mol is graag op zichzelf, maar wordt nu min of meer gedwongen gezellig boven de grond te blijven. De vlinder voelt zich superieur, zij weet wat goed voor hen is. Door anderen te redden, voelt ze zich belangrijk. Ze haalt daar haar zelfvertrouwen uit.
‘Wat is hier aan de hand?’
Adora komt nieuwsgierig dichterbij.
‘Niets aan de hand.’
Moyo spreidt haar grote, kleurige vleugels en steekt trots haar borst vooruit. ‘De heren waren ruzie aan het maken, maar ik heb het opgelost.’
Verwachtingsvol kijkt ze de vrouw aan, klaar om de complimenten in ontvangst te nemen.
Adora glimlacht alleen en wendt zich tot de andere dieren.
‘Konden jullie het niet alleen af?’
Adora is de neutrale waarnemer. Doordat ze geen deel uitmaakt van de dramadriehoek fungeert ze als bliksemafleider voor alle opgekropte emoties.
‘Tuurlijk wel,’ snauwt Aversio. ‘Als zij zich er niet mee had bemoeid, hadden Culpa en ik nu ieder op onze eigen manier van onze maaltijd kunnen genieten.’
‘Nou ja!’
‘Is dat wat ik krijg voor al mijn moeite? Stank voor dank!’
Nu voelt Moyo zich slachtoffer. Al haar goede bedoelingen worden niet gewaardeerd, en Culpa ontpopt zich als redder.
Culpa voelt medelijden voor de vlinder.
‘Ik vond het heel lief hoor, dat je het voor me opnam, maar…’
‘Zeg het maar,’ moedigt Adora haar aan.
‘Nou ja, eigenlijk wil ik gewoon liever terug naar mijn hol en in alle rust genieten van mijn maaltijd.’
‘En jij Aversio?’
De rups kijkt Moyo schuchter in de ogen.
‘Ik weet dat je het goed bedoelt, maar dat geprik van jouw poten in mijn buik zorgt ervoor dat ik bijna moet overgeven. Liever trek ik me terug om rustig uit te buiken.’
Adora grinnikt. ‘Een brutale rups, met een klein hartje.’
Verwachtingsvol kijken de drie Moyo aan, hoe zal ze hierop reageren?
Moyo zegt niets, ze zit doodstil. De verbazing straalt van haar gezicht.
‘Hoe voelt dat?’ vraagt Aroda.
Moyo denkt even na. Hoe voelt dat? ‘Het voelt… als een hele grote opluchting,’ zegt ze met een grote zucht. ‘Dus ik hoef me niet druk te maken over jullie? Wat heerlijk! Ik word er helemaal vrolijk van!’
Zonder nog een moment te aarzelen spreidt ze haar vleugels en zweeft de tuin in. Op zoek naar de blauwe hortensia’s met hun verrukkelijke nectar.
De rups en de mol zoeken hun eigen veilige plekje weer op en Adora vertrekt fluitend naar binnen.
De rust is weergekeerd.