In mijn boek Een huis vol emoties staat Timor, het konijntje, symbool voor de emotie angst. Het houdt hem gevangen in de badkamer, terwijl hij eigenlijk zo graag contact met andere dieren in het huis zou hebben. Gelukkig helpt Culpa, de mol, hem letterlijk over de drempel heen.
Timor, het kleine witte konijntje, zit in de badkuip en is druk bezig zichzelf op te poetsen. Keer op keer steekt hij zijn voorpootje onder de druppende kraan en poetst of zijn leven ervan afhangt. Steeds als hij denkt elk vlekje weggewerkt te hebben, ziet hij toch weer een haartje dat niet helemaal op zijn plaats ligt. Hij slaakt een diepe zucht en springt op de badrand. Hij wil zichzelf in de spiegel boven de wasbak bekijken. Speurend vliegen zijn rode kraaloogjes over zijn vacht.
‘Ik geloof dat ik er klaar voor ben,’ zegt hij zachtjes tegen zichzelf.
‘Waar ben je klaar voor?’ klinkt een donkere stem uit de deuropening.
Timor valt van schrik van de badrand.
Bedankt! Nu kan ik weer van voren af aan beginnen!’
Hij kijkt naar de deuropening om te zien wie hem gestoord heeft tijdens zijn badritueel.
Het is Culpa, de mol. Sinds Culpa bevrijd is uit de kelder, waar hij zich verstopte omdat hij zich schaamde voor zijn uiterlijk, is zijn zelfvertrouwen flink gegroeid. Hij neemt geen blad meer voor zijn mond en doet precies waar hij zin in heeft. Van Timor zou het best wat minder mogen. Stiekem is hij ook wel jaloers op het zelfvertrouwen van de mol.
‘Waar ben je klaar voor?’ herhaalt Culpa.
Timor zegt niets. Hij is bang voor de mol, eigenlijk is hij overal bang voor. Hij spurt weg naar de hoek van de badkamer en legt zijn pootjes over zijn ogen. De mol ziet bijna niets en door zijn rode oogjes met zijn pootjes te bedekken, denkt Timor de mol te misleiden. Hij heeft echter geen rekening gehouden met het reukvermogen en de vasthoudendheid van Culpa. De mol steekt zijn felrode neus in de lucht en volgt de geur van angstzweet dat Timor achter heeft gelaten.
‘Ah daar ben je,’ bromt hij.
Timor zegt niets, maar trilt over zijn hele lijfje.
‘Hé, rustig maar. Ik wil je alleen maar helpen. Waar ben je klaar voor? Waarvoor heb je je zo opgepoetst?’
Timor zwijgt en trilt alleen maar harder.
‘Oké, oké, rustig maar. Ik zal wel wat afstand houden, maar ik ga niet weg voordat je me vertelt wat er aan de hand is.’
De mol schuifelt wat naar achteren, maar is niet van plan om zonder slag of stoot de ruimte te verlaten. Hij weet hoe het is om het gevoel te hebben dat alles jouw schuld is en je te schamen voor wie je bent. Hij weet nog goed hoe Aversio, de rups, hem hielp te zien dat hij zich niet hoeft te schamen voor wie hij is. Culpa wil niets liever dan Timor dit ook in te laten zien. Daarvoor zal hij hem wel moeten vertrouwen. Het konijntje slaakt een diepe zucht. Hij heeft helemaal geen zin om zijn plannen met Culpa te delen. Misschien lacht hij hem wel uit, of vertelt hij het aan de andere dieren in het huis. In gedachten ziet hij ze allemaal al om hem lachen. Die domme Timor die denkt dat hij zomaar een beetje door het huis. kan paraderen.
‘Ik wacht,’ bromt de mol niet onvriendelijk.
Timor zwijgt.
‘Ik weet hoe je je voelt. Je denkt dat niemand van je houdt, dat je ogen te rood zijn, dat je te wit, te dom en te klein bent, of weet ik veel wat je allemaal in je hoofd haalt.’
Timor zegt nog steeds niets, maar het trillen in zijn lijfje is gestopt. Voorzichtig kijkt hij tussen de haren van zijn pootjes door naar de mol.
‘Wat wilde je gaan doen? Waarom heb je jezelf zo mooi opgepoetst? Ik wou dat ik zo’n prachtige witte vacht had. Ik kan poetsen wat ik wil, mijn vacht zal echt niet lichter worden, hooguit wat meer gaan glimmen.’
Timor kijkt Culpa verbaasd aan. Hoe kan iemand met zo’n prachtige, zwarte vacht nou niet blij zijn met hoe hij eruitziet? En dan die krachtige klauwen. Als hij die had zou ook hij nooit meer bang zijn.
‘Ik wilde het huis gaan verkennen. Ik ben sinds het feest de badkamer niet meer uit geweest. Ik vond het zo fijn om kennis te maken met de andere dieren. Maar voordat ik me weer aan hen vertoon, wil ik wel zorgen dat ik er perfect uitzie.’
‘Nou volgens mij ben je er wel klaar voor hoor, ik zie geen vlekje zitten. Bovendien het gaat toch om hoe je van binnen bent en niet om de buitenkant?’
‘Jij weet helemaal niet hoe ik eruitzie, je bent hartstikke kippig.’
Timor schrikt van zijn eigen brutaliteit, hoe durft hij zo tegen Culpa te praten? Die barst echter in lachten uit.
‘Nou, in ieder geval heb je wel het lef om zo tegen mij te praten. Ik denk dat je ook wel in staat bent om nu eindelijk eens deze veilige badkamer te verlaten en het huis te verkennen.’
‘Eerst moet ik mijn toilet weer in orde brengen, misschien morgen. Het is ook al laat en ik wil de anderen ook niet storen. Bovendien…’
‘Kul!’ bast de mol.
Timor krimpt weer in elkaar.
‘Sorry. Ik wilde je niet van streek maken, maar ik ken alle uitvluchten om niet uit je veilige plekje te komen. Ik heb er jaren gebruikt van gemaakt. Angst om afgewezen te worden, om niet goed genoeg te zijn, heeft me lang in de kelder gevangen gehouden. Aversio heeft me laten zien dat het leven zoveel mooier is als je de moed hebt om je angsten te overwinnen. Het hoeft niet allemaal ineens, maar iedere keer een stapje. Je zult zien hoe bevrijdend het is.’
Timor wil niets liever dan de mol geloven. Hij heeft zolang in de badkamer vertoeft. Steeds hield hij zichzelf voor dat hij eerst alles perfect voor elkaar moest hebben. Daarna zou hij de stap naar buiten wagen. Maar er was altijd nog wel iets dat beter kon.
‘Kom.’
Culpa heeft de badkamerdeur opengeduwd en staat uitnodigend in de deuropening te wachten.
‘Je hoeft niet direct het hele huis door te crossen. We beginnen met de gang en zo gaan we iedere dag een stapje verder.’
Timor volgt de mol voorzichtig snuffelend over de drempel de badkamer uit. Zijn hart klopt in zijn keel, maar het verlangen naar avontuur, naar vrijheid is op dit moment groter dan zijn angst.
‘Hé, kijk nou! Dat is lang geleden.’
Een vriendelijke stem klinkt vanuit de kroonluchter. De kristallen maken een klingelend geluid en er verschijnt een spookdiertje, een klein aapje met hele grote ogen een lange staart en gevoelige oren. Suprizo springt op de grond en kijkt Timor met zijn grote ogen verrast aan.
‘Wat leuk om je te zien. Dat is een hele tijd geleden. Waarom verstop je je altijd in de badkamer? Dat is toch helemaal niet gezellig?’
Het konijntje voelt zijn moed groeien door de warme woorden.
‘Niet echt nee,’ stamelt hij.
‘Laten we de anderen erbij roepen en weer eens bijkletsen.’
Suprizo is al met rappe sprongen op weg naar de slaapkamer om Doloris de walvis te roepen, maar Culpa houd hem tegen.
‘Rustig aan. Ik heb Timor beloofd dat we kleine stapjes zetten om zijn angst te overwinnen.’
Suprizo kijkt het konijntje verbaasd aan. Hij snapt niet goed waarom Timor het zo spannend vindt, maar accepteert de uitleg van de mol.
‘Het lijkt me heel leuk om je beter te leren kennen en ik weet zeker dat de andere dieren dat ook willen. Maar, als je dat zo spannend vindt, doen we gewoon rustig aan.’
‘Dankjewel,’ fluistert Timor.
Snel glipt hij de badkamer weer in. Hij laat de deur op een kier staan zodat hij toch nog een beetje contact houdt met de andere dieren. Zijn hart klopt in zijn keel, maar hij is heel trots op zichzelf.
‘Morgen ga ik weer een stapje verder,’ zegt hij zachtjes tegen zichzelf.
Wil jij ook los komen van je angsten?
Doe jij ook niet wat je eigenlijk heel graag wilt, omdat je je tegen laat houden door je angst? Met behulp van hypnotherapie kan ik je helpen te onderzoeken waar deze angst vandaan komt en je helpen deze los te laten.
Voor meer informatie of het maken van een afspraak kun je bellen naar 06-2502503, of mailen naar welkom@liavandenberg.nl