Angst is een basisemotie die vele niveaus heeft, het loopt van waakzaamheid naar hysterie en alle gradaties daar tussenin. Angst is een hele nuttige emotie die waarschuwt voor gevaar. Het heeft als doel te voorkomen dat je fysieke lichaam iets overkomt. Angst wordt echter een probleem als het je leven over neemt. Als niet jij, maar angst regeert. Zoals je kunt lezen in dit sprookje hoeft angst niet weg, integendeel het kan een goede bondgenoot worden!
Er was eens heel heel lang geleden, in een land hier ver vandaan, een klein meisje. Ze leefde in een grot van angst. Dat klinkt niet zo prettig. Het meisje wist niet beter en voelde zich veilig zolang ze maar in de grot bleef. Ze kon wel uit de grot, maar de uitgang werd bewaakt door een grote leeuw. Deze leeuw beschermde haar tegen de grote, boze en gevaarlijke buitenwereld. Hij vertelde haar dat de buitenwereld er mooi en aantrekkelijk uitzag, maar dat het er levensgevaarlijk was. Dus het meisje bleef veilig in de grot en was dankbaar voor de leeuw die haar beschermde. Ze was stiekem ook een beetje bang voor de leeuw. Als ze te dicht bij de uitgang van de grot kwam, aangetrokken door het zonlicht en de blauwe lucht, brulde hij: “Kijk toch uit! Blijf in de grot! Dadelijk val je naar beneden of word je aangevallen door een roofvogel! Hoe kan ik je beschermen als je zo eigenwijs en onvoorzichtig bent?”
Als de leeuw zo brulde, ging het meisje snel weer stil in haar hoekje zitten. Met een verlangende blik staarde ze naar buiten waar de wereld op haar lag te wachten.
Soms, als de leeuw in diepe rust was, raapte het meisje al haar moed bij elkaar en keek voorzichtig naar de buitenwereld. Het zag er in haar ogen lang niet zo gevaarlijk uit als de leeuw haar voorhield. Maar ze had te weinig vertrouwen in zichzelf om op onderzoek uit te gaan. Steeds zocht ze haar vertrouwde plekje op in de grot van haar eigen angst. Ze vond het niet prettig, maar het was vertrouwd en het leek daarom veilig.
Op een dag was haar verlangen om de grot te verlaten groter dan haar angst voor de grommende leeuw. Ze besloot om met hem te gaan praten. Ze vroeg hem waarom hij altijd zo grauwde en snauwde naar iedereen die te dicht bij de grot kwam. Enigszins verbaasd keek hij haar aan en zei: “Wel om jou te beschermen natuurlijk! Je bent veel te klein en te kwetsbaar om de buitenwereld in te gaan.”
Het kleine meisje vertelde de leeuw over haar verlangen om de wereld te ontdekken. Haar verlangen om haar eigen weg te gaan, ook al betekende het dat ze zou verdwalen, zou vallen en misschien zelfs zou sterven. Toch zou dat beter zijn dan voor altijd veilig in de grot van angst te blijven. De leeuw keek in de ogen van het meisje en zag daar zowel zijn eigen verlangen als zijn eigen angst weerspiegeld.
Ineens besefte hij dat haar in haar vrijheid beknotte, hoe goed hij het ook bedoelde. Hij kende het verlangen, maar ook de angst.
Hij stemde toe in een uitstapje in de grote boze buitenwereld, maar met de voorwaarde dat hij voorop ging en dat het kleine meisje hem zou volgen. Het meisje was allang blij dat er een beetje vrijheid aan de horizon gloorde en ging akkoord. Zo maakten het kleine meisje en de grote leeuw diverse uitstapjes. De leeuw liep voorop en waarschuwde haar voortdurend voor valkuilen en gevaarlijke dieren. Hij adviseerde haar om vooral de gebaande paden niet te verlaten.
Nu het meisje kennis maakte met de buitenwereld werd haar verlangen ernaar steeds groter. Ze kreeg er genoeg van om steeds maar te doen wat de leeuw haar zei. Ze wilde haar eigen pad volgen, avonturen beleven, vallen en weer opstaan, kortom ze wilde leven! Met haar hernieuwde zelfvertrouwen besloot ze opnieuw in gesprek te gaan met de grote leeuw. Ze merkte dat hij niet meer zo groot was als eerst en dat ze ook minder bang voor hem was. Ze vroeg zich af: Is de leeuw nu gekrompen? Of ben ik zo gegroeid?
In ieder geval voelde ze geen angst meer voor hem, ze zag en waardeerde zijn goede bedoelingen, maar wilde ook meer ruimte. Ze stelde voor om de rollen om te draaien. Zij zou voorop lopen en hij zou haar volgen en beschermen. De leeuw zag ook hoeveel groter en zelfstandiger het meisje was geworden. Hij zag dat ze meer vertrouwen in zichzelf had dan ooit tevoren. De leeuw vond wel prettig dat hij een stapje terug mocht doen. Altijd alert zijn en iedereen op afstand houden, gaat een leeuw niet in de koude kleren zitten. De leeuw en het (niet meer zo kleine) meisje besloten de rollen vanaf dat moment beter te verdelen. Soms ging het meisje voorop, soms de leeuw (als ze door onontdekte gebieden reisden). Meestal liepen ze naast elkaar en overlegden wat de beste route was. Af en toe gebeurde het dat het meisje onvoorzichtig was en viel. Dan hielp de leeuw haar met opstaan. Soms brulde de leeuw nog wel eens terwijl er niets te vrezen viel. Maar over het algemeen werkten ze heel goed samen en leefden ze nog lang en gelukkig.
Wil jij ook vrienden worden met je angst zodat je je verlangen kunt volgen zonder in zeven sloten tegelijk te lopen? beeldenwereld jou voor inzichten kan verschaffen? Maak dan een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek.